single.php

Dit is wat je moet weten over trauma

Na een heftige gebeurtenis kan het zijn dat je een trauma ontwikkelt. Angstige gevoelens over deze gebeurtenis gaan dan niet weg en daar heb je in het dagelijks leven last van. Hulp van een professional kan helpen bij het verwerken van een trauma.

Op deze pagina lees je meer over wat een trauma is en wat kan helpen om een trauma te verwerken. Heb je een vraag? Neem dan contact met ons op >

Snel naar:

Wat is een trauma?

Je hebt een trauma als je veel last hebt van iets heftigs dat je eerder hebt meegemaakt. Dat kan één gebeurtenis zijn of meerdere. Voorbeelden van zulke gebeurtenissen zijn verkrachting, mishandeling, een ernstig ongeluk krijgen, pesten, buitengesloten worden of verwaarlozing. Zo’n gebeurtenis kan kort duren, maar ook een langere tijd doorgaan.

Je kan een trauma krijgen doordat je zelf iets heftigs meemaakt, maar ook het zien van een heftige gebeurtenis bij iemand anders kan zorgen voor een trauma. Bijvoorbeeld als je een ongeluk of ander geweld bij een ander hebt gezien.

Tijdens of vlak na de heftige gebeurtenis(sen) kan je angstig en gespannen zijn. Bij een trauma houd je deze angstige gevoelens of komen deze later in het leven terug. Je denkt dan steeds opnieuw aan die ervaring of je hebt er nachtmerries over. Die gedachten geven een gevoel van angst en stress, ook al is er geen gevaar meer.

Door die angst of stress ga je bepaalde situaties of mensen uit de weg. Dit kan het begin zijn van paniekaanvallen, schuldgevoel, somberheid, lichamelijke klachten of minder zelfvertrouwen, bijvoorbeeld in sociale situaties.

Hoe herken je een trauma? Dit zijn de signalen

Na de traumatische gebeurtenis kunnen de volgende klachten ontstaan:

  • Je hebt nare herinneringen aan wat er is gebeurd, zonder dat je dit wilt.
  • Je herbeleeft de gebeurtenis(sen) opnieuw. In je gedachten of in nachtmerries.
  • Je voelt je vaak somber, boos, onrustig of hopeloos.
  • Je huilt sneller of vaker dan normaal.
  • Je bent moe en hebt weinig energie.
  • Je vindt het lastig om je te concentreren.
  • Je schrikt snel en heftig.
  • Je probeert situaties, plekken of mensen te vermijden die je aan de gebeurtenis herinneren.

Meestal verdwijnen de klachten vanzelf, maar soms blijven ze langer. Als de klachten tussen de drie dagen en één maand aanhouden, kan er sprake zijn van een Acute Stressstoornis (ASS). De klachten moeten dan kort na de ingrijpende gebeurtenis begonnen zijn.

Wanneer de klachten langer dan één maand aanhouden, heet het een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS). Lees meer over PTSS en de symptomen >

Belangrijk: Het kan dat je jezelf of een bekende in de beschrijving van kenmerken herkent. Dit betekent niet meteen dat je kunt spreken van een psychische aandoening. Wat je opvalt kan ook horen bij iemands karaktertrekken, temperament, gewoontes of omstandigheden.

🍀 Wil je informatie, advies of ondersteuning?

Of weet je niet goed welke hulp bij je past? De medewerkers van Mentaal Vitaal denken graag met je mee. Je kunt (anoniem) je vraag stellen per telefoon (0900-1994, 10ct per minuut), chat of mail.

> Bekijk de openingstijden en meer informatie

Welke soorten trauma zijn er?

Er bestaan twee soorten trauma. Als een trauma ontstaat door één gebeurtenis is het een ‘enkelvoudig trauma’. Als het trauma ontstaat door meerdere ingrijpende gebeurtenissen die voor een lange tijd duurden, is het een ‘complex trauma’.

Enkelvoudig trauma

Bij een enkelvoudig trauma maak je één keer iets ingrijpends mee. Bijvoorbeeld een overval of inbraak. Een ander voorbeeld is een ongeluk, waarbij je zelf betrokken bent of iemand anders ernstig gewond raakt. Een enkelvoudig trauma is vaak makkelijker te herkennen, omdat het om één gebeurtenis gaat.

Complex trauma

Bij complex trauma heb je meerdere ingrijpende ervaringen gehad, in een langere periode. Bijvoorbeeld voor een langere tijd gekleineerd worden of seksueel misbruik.

Naast de klachten die horen bij een trauma, zijn er nog meer klachten. Zo kan een complex trauma de ontwikkeling remmen. Ook kan het lastig zijn om positief naar jezelf te kijken, om anderen te vertrouwen en met emoties om te gaan. Hierdoor kan het moeilijk worden om werk of relaties te krijgen of te houden.

De kans op een complex trauma is groter als de traumatische ervaringen in de kindertijd zijn ontstaan. En als er mensen mee te maken hebben die je zouden moeten beschermen.

Wat is het verschil tussen een enkelvoudig en complex trauma?

Dat leggen we je uit aan de hand van een voorbeeld.

Lisa (25): heeft een paar jaar geleden een ernstig auto-ongeluk meegemaakt. Het was een gebeurtenis die haar flink heeft geraakt. Sinds die tijd heeft ze nachtmerries over het ongeluk, voelt ze zich gespannen als ze in de auto zit en schrikt ze snel van harde geluiden. Lisa heeft een enkelvoudig trauma, omdat haar klachten zijn ontstaan door één ingrijpende gebeurtenis.

Tom (30): groeide op in een onveilige thuissituatie. Hij werd als kind vaak uitgescholden, geslagen en moest zichzelf zien te redden. Dit gebeurde jarenlang. Nu hij volwassen is, merkt hij dat hij moeite heeft met vertrouwen, zich snel afgewezen voelt en zich vaak verdrietig of boos voelt zonder duidelijke reden. Tom heeft een complex trauma, omdat het gaat om meerdere traumatische ervaringen voor een lange tijd.

PTSS

Een of meerdere trauma’s kunnen ervoor zorgen dat iemand een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkelt. Dit is een psychische aandoening waarbij je over de dag heen vaak en erg angstig en gespannen bent. Zelfs als er geen gevaar is. Je voelt je steeds onveilig. Lees hier meer over PTSS >

Dissociatieve stoornis

Als je een complex trauma hebt, kun je een afstand naar jezelf of anderen voelen. Of je weet niet meer wat echt is en wat niet. Dit kan een dissociatieve stoornis zijn. Lees hier meer over dissociatieve stoornis >

Hoe ontstaat een trauma?

Een trauma kan ontstaan door één of meerdere ingrijpende gebeurtenissen. Of iemand een trauma krijgt, hangt niet alleen af van de gebeurtenis zelf. Sommige mensen zijn gevoeliger voor een trauma. Ook spelen er na de gebeurtenis dingen mee. Dit maakt een trauma heel persoonlijk.  

Vóór de gebeurtenis(sen)

Niet iedereen krijgt een trauma na een heftige gebeurtenis. Sommige mensen zijn er gevoeliger voor. Dit zijn bijvoorbeeld mensen die:

  • al eerder psychische klachten hadden
  • problemen hadden in het gezin waarin ze zijn opgegroeid
  • eerder heftige gebeurtenissen hebben meegemaakt
  • opgegroeid zijn met weinig geld of kansen
  • een lager IQ hebben of weinig opleiding hebben gehad
  • vrouw zijn
  • jong zijn
  • tot een (etnische) minderheid horen. Dit betekent dat iemand bij een kleinere groep mensen hoort met een andere afkomst, taal of cultuur dan de meeste mensen in een land.
  • geboren zijn met een gevoeliger zenuwstelsel of een brein dat anders. Hierdoor kunnen stress en emoties heftiger worden ervaren.

Met de gebeurtenis(sen) zelf

Als de gebeurtenis heel heftig en ingrijpend is, is de kans groter op een trauma. Ook speelt mee of het lang duurde, of als je dacht dat je in gevaar was. Ook geweld of lichamelijke verwondingen kunnen meespelen.

Na de gebeurtenis(sen)

Na de gebeurtenis spelen ook meerdere dingen mee. Als er weinig mensen zijn die je helpen of begrijpen, is de kans op een trauma groter. Ook speelt mee of er na de gebeurtenis nog zorgen bijkomen of dat het invloed heeft op je werk, relaties, of gezondheid.

Wat kan helpen bij het verwerken van een trauma?

Een trauma kan je leven uit balans brengen. Dat is heel normaal. Deze tips kunnen helpen bij het verwerken van een trauma en verder herstel:

  • Zoek steun in je omgeving (zie voorbeeld hieronder). Praat erover met mensen die je vertrouwt.
  • Zorg goed voor jezelf en zorg voor structuur: slaap voldoende, sta op hetzelfde tijdstip op en ga op hetzelfde tijdstip naar bed, en eet gezond.
  • Probeer dagelijkse activiteiten weer op te pakken, zoals werk, hobby’s en sociale activiteiten. Dit mag ook in kleine stappen.
  • Blijf in beweging, ga naar buiten en doe activiteiten die ontspanning geven.
  • Neem geen alcohol, drugs of rustgevende medicijnen. Rustgevende medicijnen kunnen de klachten juist erger maken. Neem deze medicijnen dus niet zonder overleg met een arts.
  • Praat erover met ervaringsdeskundigen of lotgenoten.
  • Bedenk wat voor jou zingeving is: wat vind je leuk om te doen? Waar krijg je energie van?
  • Als je merkt dat je vastloopt, zoek dan professionele hulp. Er zijn verschillende vormen van therapie en begeleiding die je kunnen helpen.

Voorbeeld: hoe sociale steun kan helpen bij het verwerken van een trauma

Sociale steun betekent dat je hulp krijgt van mensen om je heen, zoals van familie, vrienden, collega’s of hulpverleners. Na een ingrijpende gebeurtenis kan die steun helpen om een trauma te verwerken.

We leggen dit uit met een voorbeeld, waarbij iemand wel sociale steun krijgt en de ander niet.

Met sociale steun: Sarah is 28 jaar en heeft een traumatische ervaring meegemaakt: ze is tijdens het uitgaan lastiggevallen. Het was heftig, maar na het incident heeft ze erover gepraat met haar familie en vrienden. Ze luisterden naar haar en boden hulp aan. Ze voelde zich begrepen en niet alleen. Dat gaf haar kracht om hulp te zoeken bij een therapeut.

Zonder sociale steun: Tom is 35 jaar en heeft iets traumatisch meegemaakt op zijn werk: hij werd jarenlang heel erg gepest door een leidinggevende. Als hij erover begon bij collega’s en vrienden, werd hij niet serieus genomen. Sommigen zeiden: “Zo erg zal het toch niet zijn?” of “Je moet gewoon wat steviger in je schoenen staan.” Hij voelde zich alleen, schaamde zich en trok zich terug. Daardoor duurde het lang voordat hij hulp zocht en hield hij lang last van zijn klachten.

Welke behandelingen bij trauma zijn er en hoe werken ze?

Niet iedereen heeft professionele hulp nodig om een traumatische ervaring te verwerken. Veel mensen vinden steun bij hun omgeving of vinden andere manieren om weer in balans te komen. Als de klachten langer aanhouden of heel heftig zijn, is het goed om professionele hulp te zoeken.

Als je professionele hulp wilt voor je klachten, begin je bij de huisarts. Die stelt je vragen over de oorzaak en je klachten. Ook vraagt de huisarts of je andere lichamelijke of psychische problemen hebt. De huisarts kan je verwijzen naar een behandelaar (POH-GGZ, psycholoog of psychiater).

De behandelaar bekijkt dan samen met jou wat er aan de hand is. Een diagnose kan voelen als een ‘label’, alsof je in een hokje wordt geplaatst. Maar het kan ook een gevoel van opluchting geven, omdat eindelijk duidelijk wordt wat er speelt.

Heb je een behandelaar voor andere klachten? Dan helpt het om te zeggen wat er nog meer speelt.

Er zijn verschillende soorten behandelingen voor trauma (en PTSS). Bij sommige behandelingen is goed onderzocht of ze werken. Bij anderen (nog) niet. Voor deze behandelingen is bewijs dat ze kunnen werken:

Imaginaire betekent: in gedachten. Exposure betekent: laten zien/ervaren.

Veel mensen die een trauma hebben, proberen niet aan de heftige gebeurtenis te denken. Want als ze dat wel doen, geeft dat een naar gevoel. Bij imaginaire exposure ga je juist praten over of denken aan de gebeurtenis(sen). Maar nu helpt de behandelaar je en heb je meer controle. Als je trauma’s hebt van meerdere gebeurtenissen, geven jullie één voor één aandacht aan de verschillende gebeurtenissen. Langzamerhand wordt het nare gevoel dat je krijgt als je aan de gebeurtenissen denkt, minder heftig.

Eye Movement betekent: oogbewegingen. Desensitization betekent: minder gevoelig worden voor iets. Reprocessing betekent: op een andere manier verwerken.

Bij EMDR vraagt de behandelaar je om aan de gebeurtenis van het trauma te denken. Op hetzelfde moment leidt hij of zij je aandacht af. Bijvoorbeeld door het geluid van klikjes of doordat je met je ogen een bewegende vinger moet volgen. Het lijkt erop dat de hersenen de gebeurtenissen hierdoor sneller verwerken. Daarmee verandert langzaam je gevoel bij de gebeurtenis. De emoties die je bij de herinneringen hebt, worden minder heftig en minder moeilijk om mee om te gaan. Lees hier meer over EMDR >

Door een heftige gebeurtenis veranderen je ideeën over jezelf en je omgeving.  Bijvoorbeeld: de wereld is onveilig. Deze ideeën kunnen voor klachten zorgen of ze erger maken. Bijvoorbeeld als je denkt dat de wereld onveilig is, voel je je steeds gespannen.

Met cognitieve therapie leer je hoe je nare gevoelens kunt verminderen door die gedachten te veranderen. De behandelaar helpt om de gedachten op te sporen die tot klachten leiden. Daarna bespreek je met de behandelaar of deze gedachten wel kloppen en of ze handig zijn. Als ze niet kloppen of tegenwerken, helpt je behandelaar je te bedenken welke ideeën daarvoor in de plaats kunnen komen.

Cognitieve verwerkingstherapie is een vorm van cognitieve therapie, maar bij deze vorm gaat het vooral om het trauma.

Traumagerichte cognitieve gedragstherapie is een combinatie van praten over het trauma (exposure) en anders leren denken (cognitieve therapie).

De behandeling begint met uitleg over een trauma. Dan ga je weer terugdenken aan het trauma. Stapje voor stapje vertel je alles heel levendig en tot in detail. Ook ga je dingen in het dagelijks leven weer opzoeken. Zoals de plaats waar het gebeurde. Of een film bekijken van een gebeurtenis die op de situatie van toen lijkt. Hierdoor wordt de angst langzamerhand minder heftig. Ook leer je op een andere manier te denken over de wereld en jezelf. Bijvoorbeeld dat het niet jouw schuld was, en dat niet overal gevaar dreigt.

Andere psychologische behandelingen

Voor deze behandelingen is ook bewijs dat ze werken. Ze zijn wel minder uitgebreid onderzocht:

Deze vorm van therapie helpt emoties toe te laten en je trauma een plek te geven. Je krijgt uitleg over je klachten, doet een schrijfopdracht en een afscheidsritueel.

Een traumatische gebeurtenis wordt vaak als losse stukken opgeslagen, waarbij de tijd, ruimte en plaats van de gebeurtenis niet meer duidelijk zijn. NET helpt om een samenhangend verhaal te maken. Zo krijg je meer grip op wat er is gebeurd.

Je schrijft in verschillende sessies je verhaal op om je trauma te verwerken. Dit helpt om je gedachten te ordenen, afstand te nemen en de herinneringen minder heftig te maken.

Bij Imaginaire Rescripting bewerk en verwerk je de traumatische herinnering. Je gaat terug naar de herinnering, je bekijkt wat je nodig had en je herhaalt deze nieuwe versie van de gebeurtenis.

Meer informatie over deze behandelingen vind je op traumanet.nl >

Als deze behandelingen niet goed genoeg werken, kun je met je behandelaar kiezen voor medicijnen. Ook kun je kiezen voor een extra behandeling, zoals vaktherapie. Dat heet ‘aanvullende therapie’. Dit is bijvoorbeeld beeldende therapie (schilderen, tekenen), danstherapie, muziektherapie en psychomotorische therapie.

Behandeling met medicijnen

Als de psychologische behandeling niet genoeg werkt, kun je met je behandelaar kiezen voor een behandeling met medicijnen. Vaak zijn dit antidepressiva (SSRI’s/SRNI’s).

Antidepressiva zijn medicijnen die de klachten van een depressie of angststoornis kunnen verminderen. Zij kunnen ook helpen bij klachten die door een trauma komen.

Gebruik niet zomaar antidepressiva of andere medicijnen. Als je medicijnen gebruikt, pas dan niet zelf de hoeveelheid aan. Bespreek het altijd eerst met een arts. Meer informatie over antidepressiva vind je op Thuisarts.nl >

Andere behandelingen

Er zijn ook een aantal behandelingen voor trauma of PTSS die nog niet onderzocht zijn. Daarvan weten we niet of ze werken bij trauma. Dit zijn: mindfulness, hypnotherapie, Present Centered Therapy, Kortdurende Psychodynamische Therapie, Acceptance and Commitment Therapy (ACT) en sensorimotorische therapie.

Daarnaast zijn er ook behandelingen waarbij nieuwe techniek wordt gebruikt. Een voorbeeld hiervan is Virtual Reality Therapie. Daarmee kan je een soort 3D film laten maken van de situatie van het trauma. En daarin de situatie met steun van de behandelaar opnieuw meemaken.  Hierdoor kunnen de gevoelens van de herinnering minder heftig worden.


Deze tekst is gemaakt met informatie van het Trimbos-instituut, Zorgstandaard Psychotrauma, Traumanet en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum.

Heb je een vraag?

Of wil je meer weten over de informatie op deze website? Stel (anoniem) je vraag per telefoon, chat of mail. Je hoeft ons niet te zeggen wie je bent.

Heb je gevonden wat je zocht?
JaNee
Stel een vraag
Scroll naar boven